Al jaren is het aantal soa’s dat jaarlijks gediagnosticeerd wordt ongeveer stabiel. Toch is de kennis onder met name jongeren omtrent soa’s vrij groot te noemen: iedereen weet hoe je ze krijgt, welke soa’s er bestaan en heeft een globaal idee van wat een soa kan veroorzaken.

Hoe kan het dan dat we toch jaarlijks duizenden nieuwe diagnoses van soa’s zien? Dit zit deels in onverantwoord seksueel gedrag, maar ook in enkele misverstanden die nog altijd bestaan.

Door deze misverstanden blijven mensen besmet raken met soa’s. In sommige gevallen kan dit blijvende schade opleveren.

Geen klachten, maar toch een soa

De meest voorkomende soa’s in Nederland, chlamydia en gonorroe, geven lang niet altijd klachten. In het geval van chlamydia heeft slechts 10% van de vrouwen en 50% van de mannen symptomen na een besmetting. Bij gonorroe ligt dit aantal iets hoger voor mannen: zo’n 90% krijgt klachten. Tegelijkertijd hebben de meeste vrouwen geen klachten van gonorroe. 

Dit is verraderlijk, want hierdoor weten mensen vaak niet dat ze een soa hebben. Ook zonder klachten is een soa nog gewoon besmettelijk: je kunt het overdragen met onveilig seksueel contact.

Helaas gaan veel mensen bij een gebrek aan symptomen er vanuit dat ze ook niet besmet zijn met een soa.

Het is daarom verstandig om na onveilig seksueel contact (wacht ongeveer twee weken na het laatste contact) een soa test te laten uitvoeren. Alleen zo weet je zeker dat je daadwerkelijk geen soa hebt.

Ook resistentie draagt bij aan nieuwe soa’s, hoewel dit minder vaak voorkomt. Bij resistentie heeft de bacterie een aanpassing gemaakt waardoor antibiotica niet meer goed werkt. Dit komt vaak doordat een antibioticakuur niet goed wordt afgemaakt. Er kunnen dan bacteriën overblijven die in contact komen met een lage concentratie antibiotica.

Net als bij een vaccinatie bij mensen, kan dit leiden tot het ontwikkelen van resistentie tegen de betreffende ziekte, of in het geval van een bacterie resistentie tegen medicijnen.